Wanneer je het gevoel hebt vast te zitten in een neerwaartse spiraal, en je klachten hardnekkig blijven bestaan of zelfs toenemen.
In de loop van de jaren heb ik me gespecialiseerd in problematieken zoals angststoornissen (Obsessief-Compulsieve stoornis, gegeneraliseerde angst, paniekstoornis etc), depressie, verslaving en slaapstoornissen.
Ook bij klachten in het kader van aandacht- en concentratiestoornissen (AD(H)D), en Autisme Spectrum Stoornis (ASS) heeft mijn aanpak een positief resultaat.
Afhankelijk van de aard en ernst van de klachten wordt eerst testing met QEEG aanbevolen om dan de therapie nauwkeuriger te kunnen bepalen.
Hieronder zijn enkele voorbeelden van problematieken en diagnoses met toelichting.
De Panne 2013
Angststoornis
Klachten: Bij een angststoornis ervaart men hevige angstgevoelens zonder onmiddellijk gevaar, samenhangend met angstgedachten en angstgedrag om zichzelf te beschermen of in veiligheid te brengen. Deze 3 ‘componenten’ kunnen elk de angststoornis in stand houden:
angstgedachten (irrationele cognities) zoals: gedachten over rampen (catastroferen), alles-of-niets-denken, veralgemeningen (zinnen met ‘nooit’ ‘altijd’, …), emotioneel redeneneren (persoonlijke gevoelens worden feiten) etc.
vaak hevige emotionele en lichamelijke gevoelens, zoals angst, paniek, onzekerheid, hartkloppingen, druk op de borstkas, zweten, geen energie, gejaagdheid
angst- of veiligheidsgedrag is alles wat je doet als reactie op mogelijk gevaar in de toekomst, om je veiliger en minder emotioneel te voelen. Bijvoorbeeld: vermijden, piekeren, geruststelling zoeken, alcohol, uitbarsten, voortdurend erover praten, etc .
Neurofysiologische Oorzaak: Ons brein kan blijven ‘hangen’ in angst. Dit kan op verschillende manieren:
specifieke netwerken en structuren kunnen overactief of verstoord zijn, vb insula, amygdala, hippocampus, anterieure gyrus cingularis.
een supersnel werkend brein kan ook een angstig gevoel creëren (hyperarousal via PDR > 11Hz), zeker als je hier zelf niet bewust van bent.
Therapie: een angststoornis kan behandeld worden, vooral indien gewerkt wordt op alle ‘componenten’ (denken, voelen, doen). Bij een ernstige of langdurige angststoornis is het aanbevolen om de neurofysiologie eveneens rechtstreeks aan te pakken, via neurofeedback en/of medicatie.
links mid-temporale focus, naar aanleiding van vroeger letsel, zorgt voor permanent ‘aan’ staan van sympathische zenuwstelsel waardoor een voortdurende, hevige angst wordt ervaren
AD(H)D
Klachten: De typische ADHD-klachten zijn problemen met aandacht en concentratie, planning, organisatie, korte termijn geheugen en emotionele ontregeling. Vaak is er ook impulsiviteit en agitatie (innerlijke onrust, moeilijk kunnen stilzitten), en gebrek aan motivatie (niet in gang geraken) of hyperfocus (blijven vasthangen aan een topic).
Neurofysiologische oorzaak: Meestal is er onderliggend een stoornis ter hoogte van de (pre)frontale cortex, het voorste deel van ons brein. Zowel zeer snelle (beta spindling) als zeer trage (theta) hersenactiviteit in de (pre)frontale cortex kan dezelfde soort klachten veroorzaken. In 60% van de ADHD diagnoses wordt er epileptiforme activiteit gedetecteerd. Soms is een chronisch gebrek aan slaap de oorzaak van de klachten: de frontale cortex vertoont dan slow waves omdat het brein voortdurend probeert te slapen.
Therapie: De behandeling richt zich vooral op de neurofysiologische oorzaken en verschilt naargelang het QEEG. Vaak wordt stimulerende medicatie (vb rilatine) voorgeschreven, en dit werkt enkel goed bij vertraagd frontaal EEG (zo lang je de medicatie inneemt). Maar bij beta spindles verergert dit de klachten en zijn anti-epileptica meer aangewezen.
In alle gevallen biedt neurofeedback de mogelijkheid om het brein te stabiliseren, dus minder beta spindles en minder trage activiteit, met als gevolg het geheel verdwijnen van de klachten. De medicatie kan uiteindelijk gewoonlijk volledig achterwege gelaten worden.
Beta spindles (rond 121s), gevolgd door paroxysmes met scherp-trage morfologie (epileptiform, 122-3s) bij ADHD, waarbij rilatine de klachten verergerde
ASS - autisme spectrum stoornis
Klachten: ASS-klachten betreffen oa problemen met sociale interacties (communicatie en perceptie/interpretatie van andermans’ gedrag), hevige emotionele ontregeling, gevoeligheid voor prikkels, gebrek aan flexibiliteit.
Neurofysiologische oorzaak: er zijn enkele ‘EEG biomarkers’ die bij ASS vaak voorkomen: mu-ritme (70%), significante delta activiteit (witte stof veranderingen), epileptiforme activiteit (60%), rechts mid-temporale afwijking (P8: sociale angst of andermans’ gedrag niet goed begrijpen - zie rechter screenshot), afwijking in de sensoriële regio’s (P3-Pz-P4, zie rechter schreenshot) en/of een zeer snelwerkend brein (PDR > 11Hz).
Vaak worden dezelfde ASS biomarkers bij familieleden gevonden.
Therapie: Het brein stabiliseren met anti-epileptica is aangewezen bij aanzienlijke epileptiforme EEG. Neurofeedback op basis van QEEG zorgt in het algemeen voor een zeer positieve evolutie. Cognitieve en gedragstherapie is aangewezen bij angstproblematie en bepaalde gebrekkige vaardigheden. Na 20 sessies neurofeedback wordt in 90% van de cases een duidelijke verbetering gezien in het EEG (via herhalingsmeting). Gewoonlijk zijn een totaal van 30-35 sessies nodig verspreid over 1 à 2 jaar.
Een zeer snelwerkend brein (PDR = 13,12Hz) kan gepaard gaan met angst en ongeduld.
rechts mid-temporale afwijking (P8) ≈ sociale angst of andermans’ gedrag niet goed begrijpen; afwijking in sensoriële regio’s (P3-Pz-P4) ≈ sensoriële hypersensitiviteit
Alcoholisme
Klachten: Bij overmatig alcohol gebruik en alcoholisme heeft men een sterke behoefte om alcohol te drinken, al dan niet in specifieke situaties (sociaal, thuis, alleen, …), zijn er sterke gevoelens van schuld, schaamte, angst,
Neurofysiologische oorzaak: De 2 meest voorkomende neurofysiologische oorzaken (fenotypes) van alcoholisme zijn: 1) de nagenoeg volledige afwezigheid van een alfa-ritme achteraan in ons brein, zowel ogen open als ogen toe. We hebben een minimum aan alfa-activiteit nodig om een ontspannen gevoel te kunnen ervaren. Vanaf 4 shots alcohol kan dit zelfde ontspannen gevoel nagebootst worden. 2) een verstoring ter hoogte van de infra-orbitale frontale cortex waardoor obsessioneel denken aan alcohol ontstaat.
Therapie: Een aanpak die inspeelt op de combinatie van hersenchemie (neurofeedback, medicatie), gedrag (levensstijl, gedragstherapie), denkpatronen (cognitieve therapie) en omgeving (reacties van anderen) leidt tot de beste resultaten. neurofeedback helpt om het brein te stabiliseren, want een brein in balans heeft geen behoefte aan alcohol …
Afwezigheid van alfa, zowel in ogen open als ogen toe, zorgt voor nagenoeg onmogelijkheid om een ontspannen gevoel op te roepen.
OCS- obsessief compulsieve Stoornis
Klachten: OCS of dwangstoornis is een specifieke angststoornis en bestaat uit 3 componenten:
dwanggedachten (obsessies, intrusies) zijn ongewenste, opvallende, terugkerende en onaanvaardbare of schrikwekkende gedachten vaak met een thema (zoals besmetting, sexualiteit, religie, schade). Het kunnen ook beelden of twijfels zijn.
vaak hevige emoties zoals angst, schuld, schaamte, walging en paniek, als gevolg van de onrustwekkende intrusieve gedachten
dwanggedrag (compulsies, veiligheidsgedrag) is alles wat je doet om van vreselijke (intrusieve) gedachten af te geraken, ‘voor de zekerheid’, zodat er toch maar niks ergs gebeurt in de toekomst. Dwanggedrag kan zichtbaar zijn, zoals handen wassen of aan de deurklink voelen, of iets vermijden. Maar het kan ook iets zijn dat je ‘intern’ doet, zoals in jezelf beginnen tellen of een liedje zingen.
Neurofysiologische oorzaak: Onlangs (mei 2025 in Nature) werd de erfelijkheid van OCS aangetoond. We vinden ook gelijkaardige OCS biomarkers bij familieleden, maar omdat de omgeving/opvoeding ook een belangrijke rol speelt, spreken we eerder van een ‘OCS fenotype’.
De belangrijkste ‘EEG biomarker’ bij OCS is: fronto-centrale vertraging ter hoogte van de middellijn. Meestal wordt onderliggend een overactieve anterieure Gyrus Cingularis (limbische structuur) vastgesteld of frontale alfa hypercoherentie
Therapie: In tegenstelling tot wat vaak geïnsinueerd wordt, is OCS behandelbaar. Een aanpak die inspeelt op de combinatie van hersenfysiologie (neurofeedback, medicatie), gedrag (levensstijl, gedragstherapie), denkpatronen (cognitieve therapie) en omgeving (reacties van anderen) leidt tot de beste resultaten. Antidepressiva zoals SSRI’s werken enkel in geval van alfa hypercoherentie (frontale piek<10Hz). Met neurofeedback wordt zeer specifiek ingespeeld op correctie van afwijkende biomarkers.
Verhoogde trage (theta) activiteit ter hoogte van de dorso-laterale prefrontale cortex (specifiek: de anterieure gyrus cingularis), met als gevolg vasthangende gedachten en herhaling van gedrag (vb OCS, angst)